Zuid-Afrika 2020

18 januari. Zoals altijd bracht trouwe vriend Joop ons 's morgens naar het vliegveld. Inchecken en zo automatisch, maar de koffers niet. Ik had het idee dat het achterlijk druk was, maar volgens het personeel was het juist rustig. Voorts wachten en lummelen op Schiphol.

Sommigen kunnen slapend de telefoon gebruiken.

Daarna de lange vlucht met te weinig ruimte, 10 mensen op één rij en het vliegtuig - in de goedkoopste afdeling - helemaal vol. Maar ja, als je ver weg wilt moet je er iets voor over hebben. 

Wel kregen we op de heenreis een heerlijke maaltijd!!! Ik weet het nog steeds niet zeker: waren die rode dingetjes minitomaten? Ze smaakten als tomaten, maar het model was ongewoon.
Om een uur of 11 's avonds waren we in Kaapstad en wachtte ons een taxi om ons naar ons hotel, 'Lady Hamilton',  waar we 9 jaar geleden ook gelogeerd hadden. Het ligt in een veilige buurt, met restaurants (en de tuinen, later) op loopafstand. We troffen prettige bedden en een beroerde douche: in een bad, levensgevaarlijk voor oude mensen, en bovendien met twee moeilijk te regelen kranen, een DIY douche. Het woei heel hard en de deur stond te rammelen, maar met een prop papier erin was dat te verhelpen. 
19 januari. Het was behoorlijk k-weer, met harde wind en regen, dus er zat maar één ding op: naar het Waterfront, een gezellig winkelcentrum, met de auto die bij het hotel werd afgeleverd. 

We waren er al een paar keer geweest. De eerste rit is altijd een beetje wiebelig: vreemde auto met schakelen en stuur aan de verkeerde kant, links rijden in een toch niet heel bekende stad ...  

Maar het ging allemaal goed en Ko parkeerde zelfverzekerd op nr E16 in de gigantische parkeergarage.

 

Nu loop ik, Erna, niet zo heel lekker meer - en dat is op de foto te zien - en we vonden ook niks dat we onbedaarlijk moesten kopen, dus na een uurtje of 2 hielden we het voor gezien en besloten om lekker te gaan eten bij RAJ in Camps Bay. 

Maar eerst moesten we de auto op E16 zien te vinden en dat bleek NIET eenvoudig. We gingen ondergronds bij Uitgang 2 en telden de rijen: Hé, dat gaat niet lager dan K en ook niet hoger dan 8; wáár is E16?

Niemand wist het: voorbijgangers niet, de praatpaal niet, de politie niet, de security niet. Allemaal hadden we wel een mening en zeiden iets van 'Dáár ergens'. 

Na een half uurtje zoeken was er een geel hesje met fiets: loop maar achter me aan. Dat werkte.

 In Camps Bay woei het zo hard, dat je aan zee nauwelijks kon blijven staan en het moeilijk was de camera vast te houden. (Daar zitten trouwens vlekken op, zoals te zien op de foto rechts.) 

Het zand stoof over het strand, dat zie je in Nederland ook vaak genoeg. Maar hier stoof ook de zee over de zee en dat had ik in mijn toch al behoorlijk lange leven nog nooit gezien. 

The RAJ is een Indiaas restaurant aan de boulevard in Camps Bay. Ik heb zelden zó lekker gegeten als daar, 9 jaar geleden. Kingklip tandoori, om nooit te vergeten. Kingklip is een vis.
Maar de kok van toen was met pensioen en de kok van nu had niet zijn talent. Het was lekker, daar niet van, maar niet om te onthouden.

Als je niet alles op hebt gegeten kun je wat er over is netjes verpakt meekrijgen. 

 

Het was ons al opgevallen, dat het er niet beter op geworden is in Zuid Afrika in die 9 jaar sinds ons laatste bezoek aan het land. Het was wat  armoediger. Dat kun je b.v. zien aan de weg: gaten, opgelapt asfalt, afgebroken stukken aan de stoeprand, onkruid en rotzooi op straat. 
Er waren ook meer bedelaars, vaak bij stoplichten. 

We verlieten The RAJ met nog wat smakelijke rijst en zo, keurig verpakt in een plastic doosje, en we hadden nog geen 5 stappen gelopen of een bedelaar had al om onze restjes gevraagd ...

Geld geven is geen goed idee, later had ik een zak appels in de auto liggen.

De avond hebben we een tijdje zitten lezen in de lounge van het hotel en heeft een meneer aan de balie geprobeerd mij de ins and outs van clicks bij de te brengen. Ik kan ze produceren, maar niet met een klinker verbinden ...
20 januari. Het waait minder hard en het is ook niet meer zo koud. We gaan maar eens naar het zuiden In de richting van Kaap de Goede Hoop. Eerst in de richting van Muizenberg, wel een gezellige naam.
Die huisjes hebben we al een paar keer eerder gezien en ze zijn telkens weer leuk. In St James. Op deze foto is het spoor te zien waarop lang geleden de Sjongololo expres reed waarmee we toen reisden.

Vervolgens komen we in Simon's Bay en het is wel eens tijd voor koffie. De hele reis hebben we meestal ontbeten, dan om een uur of 12 koffie met iets erbij, vaak een gedeeld stuk taart, en dan 's avonds ergens gegeten, ook vaak gedeeld trouwens, want vaak krijg je enorme porties. Uit eten is meestal niet duur, nergens.

In Simon's Bay is een toeristenmarktje, en o jé, ze willen allemaal iets aan je verkopen en wij willen meestal niks hebben. Maar nu zoeken we een eendje voor Linda. Ene Mc Donald kan er wel eentje (sic) voor ons maken. (Hij werd niet met zijn naam gepest, vertelde hij me).

Om dat eendje te maken pakte hij een beeldje van een 'sunbird', de Afrikaanse variatie op een kolibrie. Het was wel een cm of 12. Daar sneed hij in hoog tempo van alles van af en in tijd van ja en nee ontstond er een eendje van een cm of 5. 

Als we dan ten slotte koffie gaan drinken met het eendje voorzichtig in papier gewikkeld, zien we uit op de zee met veel 'boulders' en ...? ... pinguins! Leuk! Aan de rand van de parkeerplaats staan er twee onder de struiken en die trekken zich van niemand iets aan. 
Daarna rijden we door naar de kaap, maar onderweg zien we niet veel. We stoppen nog een keer ergens bij zee, maar nu aan de westkant. 

Daar lopen ibissen, de witte met zo'n subtiel zwart randje lang hun vleugels als je ze ziet overvliegen, en één hadada, hieronder. Een bruine ibis, die meestal met z'n tweeën of drieën komt overvliegen en daarbij hard schreeuwt. Last van hoogtevrees, zegt men. Ko  ziet een baviaan, ik niet.

We gaan opnieuw eten in Camps Bay. De zee ziet er héél anders uit dan gisteren ...
21 januari. Het ontbijt in het hotel was meestal voortreffelijk: vruchtensla, eieren naar keuze, knapperig gebakken bacon, van dattum. De eerste kok was ietwat knorrig, maar hij maakte een lekker ontbijtje! Na een paar dagen was hij vrij en nam een vrolijke dame zijn plaats in, maar zij kon minder goed koken. Zij deed wel weer aan pannenkoeken, een pluspuntje!

Het weer is beter, we gaan naar de compagnietuinen.

Die zijn ooit aangelegd door Jan van Riebeeck, om de bemanning van de schepen - zij leden aan vaak scheurbuik als gevolg van vitaminegebrek - van groenten te voorzien. 

Het is nu een prettig park, met veel bomen, veel bankjes, een enkele rat ..., erg veel duiven en hoera! veel eekhoorntjes. Die zijn heel tam en je mag ze voeren. Ze zijn ook bijzonder fotogeniek.

 

 

Hieronder: Ko noemt duiven 'vliegende ratten'. Die waren er genoeg. Maar ook de nietvliegende soort liet zich af en toe zien.

De eekhoorntjes zijn niet bang. Ze klimmen gewoon langs je been omhoog, zitten op je schouder en eten uit je hand. Sommige zijn bescheiden en hebben zachte, voorzichtige pootjes. Andere zijn hondsbrutaal en haast opdringerig. 

Deze hier links komt voorzichtig bij Ko kijken. Een niet zo goede, maar wel heel leuke staat hieronder: Ko, van de computer, de laptop en de tablet!

De eekhoorntjes werden soms moe van zichzelf. En ik zat na een dagje eekhoorns voeren onder de krassen!

 

 

Als je richting hotel loopt heb je prachtig zicht op de Tafelberg.

 

Behalve alle duiven en eekhoorntjes zijn er heel mooie bomen in het park, er is een speeltuin met een groot nagebouwd nest van een wevervogel, waar kinderen zich in kunnen vermaken en er is een restaurant waar je kunt koffiedrinken of lunchen.

In dat restaurant zijn we meer dan eens geweest en toen we een keer om koffie kwamen zei de vrolijk ober: 'Zou u niet liever een gezond vruchtensapje nemen?' en dat heb ik toen maar gedaan. Heerlijk, met een vleugje gember, wow.

's Avonds in het hotel hebben we geprobeerd ons alle verboden op het bord in de tuinen te herinneren en misten er twee, maar ik weet nu niet meer welke.

 

Op 

'Avonds gaan we eten in de buurt van het hotel. Bij Hunks, Kloofstraat, op loopafstand van het hotel, eten we een werkelijk voortreffelijke biefstuk, met frietjes en veel knoflook, heerlijk! Je kunt, net als vorig jaar in Nieuw Zeeland, heel goed vragen om een portie samen te delen.
22 januari is het koud. Mooi, dan kunnen we gaan bridgen. De eerste club die we belden bleek te zijn opgeheven. Dan maar naar Plumstead, richting Muizenberg. We moeten in een zaaltje van de Pius X kerk zijn en zoeken ons een ongeluk. Uiteindelijk vinden we Pius X op de kruising van Stellastraat en Naruna Crescent. We betaalden het inschrijf geld (30 ZAR, plm €2) en moesten maar ergens gaan zitten: de rest zou zichzelf wijzen. 
Het begon aardig druk te worden, toen plotseling de voorzitter voor ons stond. Er is een mogelijk probleem, zei hij. Als het erg druk wordt hebben onze leden voorrang boven bezoekers, dus als U à 30 ZAR even lid wordt, verzekert U zich van een plaats.  
Bridge wordt natuurlijk overal hetzelfde gespeeld, maar hier waren kleine dingetjes toch anders: op de scorekaartjes moest opgeschreven worden wie harten Aas had. Halverwege was  een theepauze. Minstens zo curieus was het einde: wie klaar was vouwde zijn tafel op en ging naar huis. Niks gezellig napraten. 

Erna
A H V B 10 6 4
 3
 A V 8
A 2
  Ko
 7
 A V 6 4 2
 5 4
 V 8 6 4 3
Een leuk spel. Wij kwamen in 4. Links kwam uit onder zijn klaver Heer uit. De ruiten snit zat goed, ruiten op tafel getroefd en de 'gratis' hartensnit ging ook goed. 

13 slagen gemaakt. 
Donderdag 23 januari is de wind weer weg en gaan we eerst naar een ander park in de buurt. Dat leek een beetje op een park in Sydney, met bankjes en speeldingen.
Twee duidelijk verveelde 'nannies' laten de hun toevertrouwde kleintjes schommelen. Wel leuke, veilige schommels voor hele kleintjes.

Een man laat zijn hond eindeloos achter een stok aanrennen, waarbij de hond telkens weer met en groot enthousiasme in een vijver springt. Ze weten van geen ophouden. Maar wij zijn uitgekeken, geen vogels, geen eekhoorns, we gaan weer naar de Compagnietuinen, koffiedrinken en lummelen, prima vakantiebesteding.

Daar zien we een nijlgans met kleintjes, die zijn tot mijn verrassing gestippeld. 's Avonds eten we weer in de buurt en zien bij terugkomst de wolken van de Tafelberg vallen. 

De hele vakantie hebben we eigenlijk maar 2x per dag gegeten: ontbijt, vrij uitgebreid, met fruit, pannenkoek of omelet, geroosterd brood met marmelade, thee en in de late middag 'warm' in een restaurant, waarbij we vaak één portie met z'n tweeën hadden. 

Vrijdag 24 januari. Tijd om iets anders te gaan doen. We vertrekken naar Swellendam, 200 km of iets meer. Onderweg zien we struisvogels en bavianen en weten we zeker, dat we in Afrika zijn. Je mag bavianen niet voeren, 500 rand boete als je het tóch doet en gesnapt wordt!!!
Halverwege koffie met iets erbij, ook dikwijls gedeeld. Ook hier in Worcester. Daar staat een 'wereld'struik - je komt hem overal tegen: abelia - met een leuk torretje erin.   
We zoeken ons in Worcester een ongeluk naar een postkantoor waar we postzegels kunnen kopen en een paar kaarten op de bus kunnen doen. Uiteindelijk vinden we het, Ko wacht wel even op mij ... maar dan moet ik weer weet ik hoe lang in de rij staan, want alle aanwezigen moeten er geldzaken doen, zo te zien. Als ik aan de beurt ben is het in 2 minuten klaar. Die kaarten zijn vandaag (8/2) nog niet aangekomen. 

 

We komen uiteindelijk aan in Marula Lodge, een heerlijk plekje. Er woont een sunbird in de tuin en bij de buurman kun je fantastisch eten, met uitzicht op een vogelbadje. Maar waar ik echt blij mee ben is een verrukkelijke douche met een handige mengkraan: ik kan mijn haar wassen en dat was bij Lady Hamilton niet mogelijk met die douche die of te heet of te koud was. 


Rechtsboven de bloem van een hibiscus. Een bloem die ik in mijn allervroegste kinderjaren (en uiteraard al behept met het bloemetjes/beestjes syndroom) als kembang sepatu. En ik ga nu maar eens opzoeken wat dat betekent en dat is 'schoenbloem' en eigenlijk wist ik dat ook wel, maar waarom ie zo heet?
Ik heb opgeschreven, dat het dekbed te dik was, maar dat het fleecedekentje, dat tot de vaste vakantie-outfit hoort, uitkomst bracht en dat er een fan was; en dat is prima tegen eventuele stekertjes.
Zaterdag 25 januari. Vandaag rijden we weer een afstand van ongeveer 250 km. Naar Oudtshoorn en dat gaat via Ladismith. Een vorige keer hadden we het er leuk gevonden, maar nu wist ik echt niet meer waarom. We drinken koffie in een tent waar ook groenten en fruit te koop zijn. Van de vrugte zijn de lospit en taaipit soorten perzik (perske). Binnen treffen we als decoratie grammofoonplaten aan ...
Wat ook wel grappig was: buiten stond een oude auto waarin kinderen konden spelen. Er werd goed gebruik van gemaakt.
Na een tamelijk lange rit, door oninteressant, dor terrein, komen we op onze bestemming: Buffelsdrift en daar hebben we echt naar uitgekeken. We slapen er 'n beetje  armoedig in een tent, haha! 
De foto is niet scherp, maar we hebben er maar één, met een badkamertje en een buitendouche.

Vanuit onze tweede zitje kijken we uit op de 'dam', een plas, die door de droogte flink gekrompen is, want het water had tot aan onze tent moeten staan. Er staan eigenlijk vooral nijlganzen aan het water (een enkele griel en plevier) en b.v. niet eens één reiger. Vreemd. 
De lodge is erg commercieel geworden, maar het is er nog steeds leuk.  En duur ...

In de verte lopen twee olifanten. Links is 'Malaika' (Swahili voor 'engel'), het dier waarmee Ko en ik 9 jaar geleden op die leuke foto's gingen. Ze zijn nu een jaar of 16 oud. 
3 nijlpaarden in het water en die maken een reuze gezellig geluid. 
We zitten de hele middag bij de tent te kijken naar wat er gebeurt. Er lopen b.v. nogal wat schildpadden rond en later in de middag komen er nyala's langs. Ik vind dat de mooiste soort antilope. Vooral het mannetje, hieronder, is prachtig. Later zou een gids ons vertellen, dat de witte streep op de neus dienst doet als een soort zonnebril. 

Het schildpadwijfje bleef bij de versierpogingen rustig doorgrazen (deed me denken aan 'Ik schil een peertje!'), maar het mannetje, die zich ondanks het gemis van zijn rechtervoorpoot nauwelijks in evenwicht kon houden, maakt tijdens zijn pogingen geluid: eh, eh, eh ... en dat werkt op je lachspieren. 

Tot mijn verbazing kwam er een kwikstaartje (Cape wagtail) bedelen, maar we hadden niet veel te bieden ... 

 

Het was een erg warme dag, 38°. Later in de middag kwamen er dieren aan de plas drinken. Nyala's en andere gazellen. De fraaie bloem hieronder ken ik niet. 
Vandaag, 6 maart, heb ik uit Kaapstad de naam gekregen van de struik hier rechtsonder: Ehretia rigida, ook wel Cape Lilac (Kaapse sering) genoemd. Met dank aan Adam Harrower.

We besloten een 'nachtsafari' te doen en dat was geen goed idee. We zagen wel van alles, zoals zebra's, buffels, twee jonge neushoorns e.d., maar die zie je overdag beter dan in het donker. Een nachtsafari is bedoeld om stekelvarkens, aardvarks e.d. te kunnen zien. Niks van dat alles. En de kans op nachtdieren was ook buitengewoon klein, begrepen we later. Weggegooid geld! De laatste keer dat we zoiets gedaan hebben was in Namibië en toen hebben we wel stekelvarkens gezien en N.B. een aardwolf. Maar ja, je kunt niet altijd geluk hebben! Een aardvark hebben we trouwens nog nooit gezien.
In de nacht was er regen en 's morgens was er geen elektriciteit. Gewoon een stop doorgeslagen, maar weet dat maar eens. 
 Zondag 26 januari. Vandaag gaan we naar Knysna, maar eerst moeten we in George de tomtom om gaan ruilen, want die werkt niet goed. De hele reis is door Ko bedacht met vooral weinig rijden en veel rust. Na George drinken we nog ergens koffie aan een rivier. 
Als je iets onschuldigs als een 'brownie' bestelt, krijg je gelijk meer dan je in één lunch op kunt! Even niet nagedacht en je krijgt elk zó'n portie. 

In Knysna zijn we al eerder geweest en we gaan weer in dezelfde B&B logeren, want dat is ons indertijd goed bevallen. 'Aestas' heet ie. 
Tot mijn genoegen woont hetzelfde vogeltje - Cape White eye - nog in de tuin, 'n stuk of 20 zelfs (nergens anders gezien). Ook zit er de doublebanded sunbird - lijkt op een kolibri, maar groter en andere familie - en die heeft een voorkeur voor de roze hibiscus. Grappig om dat te kunnen waarnemen. Er stond ook een witte, een donkerrode, een oranje en een dubbele in de tuin!

Hierboven een foto van doublebanded sunbird, gemaakt door Jamie Mc Arthur en gepikt van internet. Het vogeltje bezocht ook soms een witte hibiscus.
Maandag, 27 januari. Ook in Knysna konden we zien, dat het minder welvarend was dan 9 jaar geleden. De winkel met de prachtige pashmina's, die er in 1911 was, fraai en goedkoop, was helaas verdwenen. In het 'Waterfront', veel kleiner dan in Kaapstad, waren er nog steeds allerlei aantrekkelijke winkeltjes. We kochten er een paar cadeautjes en dronken er koffie. Mijn cappucino was niet lekker en op deze maandagmorgen was de melk wellicht niet goed meer. Ik kreeg een andere cappucino en die smaakte net zo. Niet opgedronken en naar die koffietent ga je dan niet meer terug.

De meeste auto's die je ziet zijn wit! 
Gelukkig zag ik ook deze keer  mijn lievelingsdier: een volwassen vrouwtje was het en niet groter dan een cm of 5, 6. Kalm typje, dat zich rustig op mijn arm ging zitten wassen. O, wat is ze mooi!!
Dinsdag, 28 januari.  Grappig weer, dat ik, in de buurt van Aestas, me de 'Morning Glory' herinnerde! Ik kan me vaak van ergens planten of dieren herinneren, maar geen flauw idee hebben hoe een straat of gebouw er ook weer uitzag.  
Deze dag veel gelummeld en gebridged in het gebouw van de Fishing Club in Knysna.
Ko
8 7
 8 7
 A 8 7 6 5
A 8 7 6
Er kwam ook weer eens een Heeman figuur langs. Erna opende 1SA en Ko kon zijn hand met 2 goed beschrijven: zwak in harten en schoppen en een 5-4 of 5-5 in de lage kleuren. Erna, met alleen  A6, zag dat er minstens 9 harten bij de tegenpartij zaten. Een SA contract was dus riskant en ze koos terecht voor 3. Er kwam een harten start: 11 slagen. De rest van het veld ging roemloos down in 2SA 
Woensdag, 29 januari. De mensen van Aestas zeggen dat Knysna Elephant park wel aardig is. Wij vinden het behoorlijk commercieel en niet geweldig. Olifanten krijgen fruit, waarvoor ze eerst achter een hekje gedreven worden. Dat fruit gaat in een rap tempo op, volgens het principe 'dank-u-geef-meer'. Dan kunnen de deelnemers, en dat zijn er een heel stel, een olifant aanraken terwijl iemand een foto maakt. Maar de dieren zo goed kunnen bekijken als 9 jaar terug in Buffelsdrift, is er niet meer bij.

Olifant 'Sally' rechts op de rechter foto, is 30 en daarmee de oudste olifant hier. Alle olifanten zijn hier gekomen als opvangdieren, meestal als baby-olifant waarvan de moeder door stropers gedood is.
Sally heeft maar één slagtand. De vorige keer, dat we olifanten zagen (Botswana/Namibië) was het ons al opgevallen, dat de olifanten allemaal vrij korte slagtanden hebben. Olifanten met lange slagtanden - en ik heb ze écht nog gezien met slagtanden van anderhalve meter en meer, wel lang geleden! - zijn vrijwel allemaal verdwenen,omdat die slagtanden veel geld waard zijn en de bezitters ervan bijna allemaal zijn gedood. Het waren ook de olifanten met de sterkste genen en de dieren die over zijn hebben minder krachtige genen en als gevolg minder lange slagtanden. 50 cm is al veel!
Een zebraveulen heeft vrijwel net zo lange poten als een volwassen dier. Daardoor is het in een kudde minder makkelijk te vinden voor een leeuw of zo.

 

Het gele bloemetje linksonder moet ik nog benoemen, w.s. ook een bolgewasje. Gevonden: Het is een gifbol. Sommerblommende bolplant wat in die klam woudsoom en in oop grasveld voorkom. De wetenschappelijke naam is Hypoxis rooperi en waarom ie gifbol heet vertelt mijn Z. Afrikaanse boekje er helaas niet bij!

Net als cyrtanthus hieronder. Leuk om die eens in het wild tegen het lijf te lopen. Mogelijk Cyrtanthus brachycyphus die in grasland voorkomt en in deze tijd van het jaar bloeit. De informatie komt van IBS. 

Later gaan we naar de vogels - Birds of Eden - in Plettenberg Bay en dat is nog net zo leuk als toen. 
De vogels wonen in een soort megavolière en zijn opvang-vogels of nakomelingen daarvan. Ik heb vaak aan vriend Werner gedacht, wat zou hij hier genieten!

 

Double toothed Barbet, uit meer noordelijk Afrika en Grey Loerie uit Z. Afrika.

De supermooie Knysna Turaco. Turaco's sluipen in een noodgang over takken; het is erg leuk om ze van zo dichtbij te kunnen bekijken. In het wild zal het w.s. heel moeilijk zijn om deze soort te zien. We hebben wel vaak een zgn  go-away-bird gezien in wat noordelijker Afrika. Die was hier ook aanwezig, maar veel foto's waren niet goed ... 
De go-way-bird heet zo om het geluid, dat hij maakt. Ook grijs, zoals die loerie, maar met een zwart gezicht.
Ik krijg steeds meer bewondering voor Adri van Vogeldagboeken met zijn schitterende haar scherpe foto's ... Ik doe het met mijn zakcameraatje. Hierboven links Hartlaub's turaco en rechts Violet turaco (West Afrika).

Ko met een Carolina Wood Duck, en rechts Ringed Teal, allebei uit Zuid Amerika. De teal (taling) vond ik erg mooi, maar ik weet niet zeker of die witte vlek daar hoort. Als je 'm googlet, en dan kijkt bij 'afbeeldingen', hebben ze op de foto zelden zo'n witte vlek, maar er is minstens één foto bij mét!

Koereigertje, tegenwoordig ook hier in Nederland (wat een mooie veertjes op zijn rug!), en Maned Geese, uit Australië.

Moustache parakeet, uit India en daar in de buurt, en een muisvogel, vaak gezien (en door Ko - veel later - gefotografeerd in Addo.)
Hiernaast een kijkje op het Waterfront met haventje.

Linksonder een bulbul, een  dierbaar vogeltje, dat veel in O. Afrika voorkomt. We hadden er ooit een thuis: Bobby, hartstikke tam en dierbaar. Dit is een iets ander soort met die witte ring om het oog. Kaapse bulbul, in de tuin van Aestas.

 

Op de laatste dag gaan we nog even naar het strand in Brenton. Er liggen schelpen en daar zitten nog beestjes in: slakjes zo te zien. Eentje is bezig met het verorberen van een verdronken vlinder.

Als we gaan eten bij een Thais restaurantje komen we langs een winkel waar dit kostuum in de etalage staat.  Echt een pak voor Sportin' Life uit Porgy en Bess, vind ik elke keer. Het kost ongeveer 60€. 
Foto rechts: yucca's tegen de avondhemel.
30 januari. Het wordt tijd om verder te reizen  en gaan overnachten in Kurland. We treffen een prachtig onderkomen: een enorme slaapkamer en een zitkamer met banken, een uitzicht om van te kwijlen. De badkamer is weer onbegrijpelijk, met ernstig gebrek aan neerzetruimte, maar een kniesoor die daarop let.
Bij de wastafel bestaat de bergruimte uit een richeltje waar nét een haarborstel op past. Anderhalve meter naar rechts is er een kastje met 3 plankjes en daar staan om een of andere reden 'n soort emmertjes in, 3 stuks en ze zijn leeg. Door die in elkaar te zetten en naar het bovenste plankje te verhuizen ontstaat er mogelijkheid tot opbergen van onze toilettassen. Maar raar is het wel in een GROTE badkamer.

Maar waar krijg je nu zo'n heerlijk ontbijt met zo'n uitzicht. En zo'n beeldschoon kannetje voor je neus ... (Sophie Allfort). Overal waar we gelogeerd hebben was er 'vruchtensla' bij het ontbijt, gemengd vers fruit, vaak met aardbeien. Vers sinaasappelsap was er niet, want het was geen tijd voor sinaasappels. Gek, die zijn er in Nederland altijd!
's Avonds gaan we op advies van de bazin hier eten bij Enrico, een km of 20 verderop. Hele leuke plek, maar dat het eten zo ongelofelijk zou zijn kan ik niet beamen. 

Ik bestelde vis, gegrild, bij het bestellen tot twee keer toe gemeld 'Gegrild, niet gebakken', maar kreeg gebakken. Je stuurt het niet terug, maar je gaat ook nooit meer naar Enrico, lijkt me.

 

31 januari. Door naar de volgende bestemming, Bushveld Valley. Dat zag er op de foto's heel plezierig uit. 

 In Humansdorp vinden we het niks. We vinden er weliswaar een batterij voor Ko's horloge, dat ermee opgehouden is, maar verder zien we nergens iets om prettig koffie te gaan drinken. 

Uiteindelijk vinden we buiten de stad een golfclub, waar bijna niemand is, maar een vriendelijke mevrouw ons voor een luttel bedrag van cola voorziet. Naar de w.c. en wég wezen!
Je moet er netjes gekleed zijn, maar smoking hoeft nou ook weer niet.

Onderweg is het vaak mooi, maar je komt ook wel eens In een stad, die niet prettig aanvoelt of langs een wijk die er minder aantrekkelijk uitziet.
Vlak voor een andere stad, Uitenhage, komen we wat narigheid tegen. Over de weg zijn brandende takken gelegd als protest tegen het een of ander. Uiteindelijk kunnen we er langs, maar het voelt niet prettig.

Bushveld Valley Lodge: de kamer is klein, er is geen bergruimte, er zijn geen glazen en er is maar één stoel. Alles moet op de grond, inclusief al die stomme kussens die om de een of andere reden overal op de bedden moeten liggen en die sierlappen idem. Erger nog: er is een DIY douche, wat een ramp is dat toch. 'Leg je bagage in en op de kast' zegt het gastenboek, maar waar we ook keken: géén kast!

De eigenaar is een jager. Er hangen ongeveer 50 koppen van allerlei wild aan de muur. Ook wordt er kudu geserveerd bij het avondeten en daar doe ik, Erna, niet aan mee. Maar het ontbijt is erg lekker en de mensen zijn vriendelijk.  Een duif, die per ongeluk naar binnen is gevlogen, zorgt voor wat vertier. 
Om de giraffen op de internetfoto van dit verblijf te kunnen zien, moet je betalen voor een rit erheen. Wij niet.
Je kunt wel plezierig in die eetzaal zitten lezen. Een niet eerder geziene vogel hier: Boubou. Hij maakt 'n leuk geluid. Foto internet.

Er zijn ook een stuk of 6 katten. Die zijn tamelijk schuw en er is er een die zijn rechtervoorpoot mist. Alweer! We zijn ook al eens op een wandelpad een man tegengekomen met alleen een linkerarm. 

De driepoot poes heeft één witte snorhaar. Met al die katten is het niet verwonderlijk dat er zo weinig vogels zijn. 

Ik ben dol op katten, maar: katten weg en een vogelvoerplaats inrichten en het zou hier een stuk leuker zijn.

En nu gaan wij op weg naar het paradijs, het grote wildpark Addo. 
Wat onderweg altijd wel amusant is, is als er ergens iets aan de weg gedaan moet worden. Er komt eerst een aankondiging, dat er verderop wegwerkzaamheden zijn. 

Dan komt de vlagzwaaier of -ster. Mooi beroep, lijkt me, dat geen hoge opleiding vereist. 

Dan komen de werkers zelf en van hen is meestal minstens de helft in werkoverleg of moeten even bijkomen van de geleverde inspanning.

Tenslotte komt er nog een zwaaier aan het eind.

 
2 februari. Onze laatste logeerplek: Chrislin, dicht bij het wildpark. Het is er heerlijk, met een grote tuin en idem kamer. In de receptie hangt een schitterende quilt.
We gaan maar één dag 'n game drive maken en vragen we bij de receptie dat te regelen op voorwaarde, dat we een heel goede gids krijgen. Komt voor elkaar ...

We zijn al vrij vroeg bij Chrislin en kunnen we in de middag wat gaan doen. Er is een soort vogelopvang/dierentuintje in de buurt. Het is niet echt geweldig, maar we zitten een tijdje in een soort volière, waar Ko sjans heeft: een wit valkparkietje! Later komt ie bij mij en probeert een oorbel te roven!!
n de tuin van Chrislin zitten 2 vogels die ik goed kan bekijken. Fotograferen niet zo ... De eerste is een fiscal shrike. Nu is een fiscal shrike een vogel die je overal aan de oostkant van S.S. Afrika ziet. Ik ken hem al jaren en de naam doet me altijd aan belasting denken, zodat ik niet verder doordenk. En pas nu schiet het door mijn hoofd dat een 'shrike' een klauwier is. En dan duurt het nog een tijd voordat ik door heb dat een ouder met jonge vogels gaat (hieronder) en niet twee verschillende soorten.

De andere heeft een dikke snavel, onderkant oranjig geel, zwaar gestreepte borst, afmeting mus of iets groter. Pas de volgende dag krijg ik van de gids te horen wat het is: wijfje van thick billed weaver. Hadden we in Namibië goed gezien, maar in papyrus; en hier is een heel andere omgeving. Zo breng ik dus uren door met een kijker, een boek en allerlei vragen. Een derde schoonheid zie ik niet goed, maar beneemt me de adem: zwart en rood en geel. Wow, wat is dat? ... zou het een distelvink zijn, zo ver in het zuiden? Ook hier helpt de gids van morgen: een black collared barbet. Die staat in mijn boek en ik heb hem al eerder gezien, in '97. Er staat bij geschreven: in het echt veel mooier dan op het plaatje! 

2 februari. Die gids, Gibson - met zijn assistent, een gids in opleiding Dennis -, komt ons in alle vroegte halen, in een terreinwagen met airco, want het gaat flink heet worden. We halen nog een jong Duits stel op, voor wie het de allereerste safaridag van hun leven is. 

Vorige keer was dit het eerste dier dat we in Addo zagen: een bokmakirie. Het is wel raar, dat ik geen flauw idee heb wie op het ogenblik b.v op het ogenblik minister van onderwijs is, maar wel dat ik in dit gedeelte van Addo 9 jaar geleden een bokmakirie heb gezien ... Ko maakt een fraaie foto.

Later zien we stokstaartjes. Bijzonder, want die hebben we, behalve in Botswana, toe we er speciaal voor naar Botswana ging en, zelden gezien en dan waren ze ook nog altijd meteen verdwenen. Ze zijn dicht bij de weg en we kunnen ze goed zien.

Maar er is iets anders, dat de aandacht van onze gids trekt: rechts zijn leeuwen en ze bewegen! Leeuwen slapen bijna altijd, dus ze kunnen ons nooit zo veel schelen, maar deze lopen. 'Ze zien iets' meldt de gids; 'misschien gaan ze wel op jacht'. Hij zet de auto stil en we wachten ...

 

Dit is onze gids Gibson en rechts zijn assistent en gids in opleiding Dennis.
Hieronder de leeuwen, broer en zus, volgens Gibson. Ze dragen allebei een 'collar', een ding om hun nek, waardoor door onderzoekers e.d. achterhaald kan worden waar ze zich bevinden. 

Het wijfje loopt op haar dooie gemak vlak achter onze wagen naar de overkant en gaat op een meter of 20 bij ons vandaan onder een struik zitten. We letten niet eens meer op de olifant die daar toevallig loopt.

Hij blijft nog een tijdje aan de overkant en loopt dan, ook weer achteloos, de andere kant op en steekt een heel eind vóór onze wagen de weg over en verdwijnt achter een bosje uit het zicht. 

Ongeveer 20 meter van de leeuwin lopen 3 wrattenzwijntjes te grazen en die hebben mevrouw leeuw niet in de gaten. Maar dan komt ineens meneer leeuw tevoorschijn. De varkentjes schrikken zich rot, en rennen weg ... zó in de klauwen van de leeuwin! 
Zielig voor het varkentje dat de klos is, maar wat een samenwerking tussen de twee leeuwen. We hebben een half uur ademloos zitten kijken en zijn vergeten te filmen! In alle jaren dat ik (50 jaar) af en toe in Afrika kom of Ko (35 jaar) hebben we zoiets nog nooit gezien.
Wel filmt Ko later zebra's die elkaar beknabbelen om ongedierte te verwijderen.

 

Met een nog bonzend hart gaan we wat eten. Wat eten? Er wordt een complete barbecue geregeld, met gedekte tafel en een glas wijn als je dat wilt. 

Er kwam zo'n leuk muisje langs, met 4 streepjes over zijn rug - zie 2011 - en een francolin, soort patrijs, maar groter. Ook van de plant linksonder weet ik de naam via Adam Harrower uit Kaapstad (en de website van Kirstenbosch). Hij behoort tot de familie van het vingerhoedskruid en dat had ik nooit kunnen bedenken: Jamesbrittenia microphylla.

Na de lunch kregen we nog van alles te zien, m.n. veel olifanten - babyolifantjes, altijd leuk -  zebra's  en nyala's.

Helemaal aan het begin van de dag had ik tegen Gibson gezegd, dat ik het leuk zou vinden een slang te zien, want ook een slang krijg je maar een heel enkel keertje te zien. 

Lag er een kleintje, zomaar op de weg te niksen en die konden we dus ook goed bekijken en dat is ook bijzonder. We dachten even dat het beest gewond was, maar toen er een auto aankwam, was ie zó verdwenen. Redlipped snake.

Dat was het dan. Morgenavond reizen we weer naar huis. Vanuit Port Elizabeth. Maar we moet wel eerst een hele dag 'stukslaan'. We zitten nog een tijd in de heerlijke tuin van Chrislin. 
Twee dingen die ons onderweg opvielen: 1) Als je lang rastahaar hebt heb je een grote muts nodig.2) De meeste Afrikaanse mannen zijn tenger, veel vrouwen hebben een enorme kont.

Het is mooi geweest. We hebben vooral veel genikst en dat is wel eens nuttig. De nachtvlucht uit Jo'burg was comfortabel: we hadden extra beenruimte gekocht en bij het boeken een stoel aan het raampje en een aan het middenpad geboekt en die ertussen bleef leeg, hoera! 

Het was een fijne reis.